Hoe ziet het nieuwe systeem eruit?

Vanaf bijdragejaar 2019 treedt de zogenaamde “definitieve” regeling in. In deze “definitieve” regeling zullen ook de pensioenplannen voor zelfstandigen (VAPZ en POZ), RIZIV-contracten en intern gefinancierde pensioenbeloftes mee in rekening gebracht worden. Deze plannen vielen nog buiten het toepassingsgebied van de “tijdelijke” regeling. Ook de vaststelling van eventuele overschrijding en berekening zal op een andere (meer complexe) wijze worden bepaald.

Bepalen (eventuele) overschrijding?

Een overschrijding van het “plafond” zal gebeuren zodra de som van het wettelijk (WP) en het aanvullend pensioen (AP) hoger is dan het maximum wettelijk ambtenaren-pensioen. Dit plafond (de zogenaamde “pensioendoelstelling”) bedraagt momenteel 78.453,60 euro op jaarbasis.

Hier vindt u een voorbeeldtabel met concrete grensbedragen vanaf wanneer men Wijninckxbijdrage dient te betalen.

In formulevorm is er dus overschrijding indien in jaar N-1: WP + (verworven) reserves AP van jaar N-1 omzettingscoëfficiënt > pensioendoelstelling van jaar N-1 De juiste definitie voor de inschatting van het wettelijk pensioen (WP) moeten we u nog schuldig blijven. Uiteraard zal in de bepaling van het wettelijk pensioen en de pensioendoelstelling rekening gehouden worden met de tot dan gepresteerde jaren als werknemer of zelfstandige tot jaar N-1. De inschatting van het aanvullend pensioen (AP) zal gebeuren door de bedragen van de (verworven) reserves op 01/01 van de jaarlijkse DB2P-aangifte van de individuele pensioenrekeningen om te zetten naar een “pensioenrente”. Dit door deling op basis van een omzettingscoëfficiënt bepaald door FOD Sociale Zekerheid. Wellicht zal deze coëfficiënt identiek zijn met deze van de indicatieve rente op www.mypension.be. We mogen dus een omzettingscoëfficiënt verwachten van +/- 20.

Berekening van de bijdrage bij overschrijding?

Ingeval van overschrijding wordt de bijdrage als volgt berekend: 3% op [ (reserve AP van 01/01/N) – (gekapitaliseerde reserve AP van 01/01/N-1) ] Om de concrete bijdrage dus voor bijdragejaar 2019 te berekenen neemt men het verschil tussen de verworven pensioenreserve op 1 januari 2019 en de gekapitaliseerde verworven pensioenreserve op 1 januari 2018. De rentevoet voor deze kapitalisatie is wettelijk bepaald als de gemiddelde interestvoet van de OLO’s op 10 jaar over de laatste 6 kalenderjaren voorafgaand aan het bijdragejaar N.

Inning van de bijdrage?

Dit zal conform de tijdelijke regeling gebeuren door Sigedis als beheerder van de Databank Aanvullende Pensioenen (DB2P). Is er een Wijninckx-bijdrage verschuldigd dan zal de werkgever of vennootschap in de loop van september een oproep ontvangen om deze bijzondere sociale zekerheidsbijdrage te betalen aan het RSZ (loontrekkenden) of het RSVZ (zelfstandigen).

Conclusie

Bent u nog mee of lijkt dit al eerder op complexe wiskunde? Zelf kunnen we alvast concluderen dat deze definitieve regeling toch inderdaad een stuk complexer is opgezet dan zijn tijdelijke voorganger. Maar mogelijk qua uitwerking beter aansluit op de doelstelling van deze extra bijzondere bijdrage sociale zekerheid op de zogenaamde “hoge” aanvullende pensioenen.

Vraag een offerte of advies

Vraag vrijblijvend een adviesgesprek

Wilt u een update van uw financiële situatie? Of wilt u wat meer informatie?

Dan kan u ons bereiken voor een vrijblijvend adviesgesprek.

Een afspraak maken
MySavings Life Insurance Made Easy