Bij onderschrijving mag maximaal uit 3 fondsen van de 8 voorgestelde beleggingsfondsen worden gekozen, volgens het beleggingsprofiel en de risicobereidheid van de zelfstandige bedrijfsleider.
Per fonds moet minstens 10 % worden belegd. U vindt hieronder de naam van het fonds, de risicoklasse (tussen haakjes) en de samenstelling:
- AG Life Stability (2): 75 % obligaties / 25 % aandelen
- AG Life Balanced (3): 50 % obligaties / 50 % aandelen
- AG Life Neutral Portfolio (3): Ongeveer 50 % obligaties / 50 % aandelen – neutraal profiel
- AG Life Growth (3): 25 % obligaties / 75 % aandelen
- AG Life Dynamic Portfolio (3): Ongeveer 25 % obligaties / 75 % aandelen – dynamisch profiel
- AG Life Equities Euro (4): 100 % aandelen
- AG Life Equities World (4): 100 % aandelen
- AG Life Sustainable Equities (4): 100 % aandelen
De risico-indicatoren gaan van 1 tot 7 en zijn een richtsnoer voor het risiconiveau. Een risico-indicator van 4 komt overeen met een middelgrote risicoklasse.